De Straat van Gerlache
Tussen de Palmer Archipel en de Danco kust—aan de westkant van het Antarctisch Schiereiland—loopt de uitgestrekte waterweg van de Straat van Gerlache. Het kanaal is bijna 200 km lang. Aan de noordkant is het maar liefst 50 km breed en aan de zuidkant maar 10 km smal. De Gerlache noemde het oorspronkelijk “De Straat van Belgica” naar het schip dat hij gebruikte tijdens zijn expeditie, maar later werd de zeestraat hernoemd ter ere van de Gerlache zelf.
De schoonheid van de Straat van Gerlache
Varend door het met ijs bedekte kanaal naar het zuiden, wordt de zeestraat langzaam smaller. Verre bergen groeien aan de horizon en tonen hun grillige pieken, gletsjerspuiten, glasachtige ijsmuren. Bergen zijn hier net zo talrijk als de walvissen, die zich voeden met zwermen krill die door het kanaal zwemmen. Binnen enkele ogenblikken is het duidelijk waarom velen Gerlache het mooiste gebied van Antarctica noemen.
Het spookschip van de Straat van Gerlache
De Straat van Gerlache was ooit een druk bevaren jachtgebied voor walvisvaarders in de eerste decennia van de 20edeeeuw. Nu is het een stille getuige van het wrak van het Noorse walvisvangstschip Gouvernøren, dat zonk nadat het in 1916 in brand vloog. De overblijfselen van het verlaten schip zijn nog steeds zichtbaar in de haven van Gouvernøren, die boven het water uitsteekt in de buurt van de Straat van Gerlache. De laatste rustplaats is een spookachtig duikspektakel voor iedereen die de sprong waagt.