Naam: Zadelrob (Pagophilus groenlandicus)
Lengte: 1.7-2 meter
Gewicht: 120 tot 150 kg
Verspreidingsgebied: Atlantische kant van het noordpoolgebied.
Beschermingsstatus: Niet bedreigd
Dieet: Vis en schaaldieren
Uiterlijk: Zadelrobben hebben veel verschillende uiterlijke kenmerken gedurende hun leven. Als ze geboren worden, hebben ze een witte pluizige vacht. Tijdens hun adolescentie hebben ze een zilvergrijze vacht met zwarte vlekken. Pas als ze volwassen zijn, krijgen ze hun kenmerkende zwarte harp- (of vorkbeenvormige) tekening.
Hoe jagen Zadelrobben?
Zadelrobben zijn uiterst behendige zwemmers die in staat zijn een grote verscheidenheid aan vis- en schaaldieren te vangen. Ze kunnen tot 15 minuten onderwater blijven. De dikke blubber laag houdt hen niet alleen warm in de winter maar dient ook als voedingsbron in tijden van schaarste. Ze hebben verhoudingsgewijs grote ogen die hen een uitstekend zicht geven. Onderwater gaan de neusgaten dicht zodat de Zadelrob onderwater niets kan ruiken, dit wordt echter goed gecompenseerd door het gebruik van de vibrissae (snorharen) die gevoelig zijn voor aanraking en mogelijk ook voor trillingen onderwater, veroorzaakt door de bewegingen van eventuele prooi. Ze kunnen tot wel 270 meter diep duiken.
Zijn Zadelrobben sociaal?
Zadelrobben zijn aan het begin van het paarseizoen erg sociaal en ze vormen dan grote kolonies op het pakijs of aan land. Ze reizen en jagen ook vaak samen in grote groepen, van tientallen tot honderden dieren. Ze hebben een grote variëteit aan sociale geluiden, sommige om andere zeehonden af te schrikken, andere om een partner aan te trekken.
Hoe planten Zadelrobben zich voort?
Zadelrobben migreren zuidelijk wanneer de wintermaanden aanvangen en het kouder wordt. Hoewel de mannetjes de vrouwtjes het hof maken op het ijs of aan land gebeurt het eigenlijke paren in het water. Mannetjes vechten om paarrechten door elkaar te bijten en met hun flippers te slaan. Dominante mannetjes zullen met verschillende vrouwtjes paren. De draagtijd is ongeveer 11 maanden, de pups worden rond februari geboren. Deze pups, die geboren worden met een witte vacht, wegen ongeveer 11 kg en zijn ongeveer 80 centimeter lang. De zoogperiode duurt ongeveer 10 dagen gedurende welke de moeder zichzelf niet voedt en de pup snel groeit tot hij bijna 40 kg weegt. De moeder verlaat het jong daarna abrupt om opnieuw te paren. De pup zal sedentair blijven (op een plaats blijven) om zijn vetreserves te bewaren. Ze kunnen in een periode van 7 of 8 weken tot wel de helft van hun lichaamsgewicht verliezen, totdat ze goed hebben leren zwemmen en voor zichzelf kunnen jagen.
Zadelrob-pups gaan 6 verschillende groei stadia door:
- ‘Geeljas’ - Wanneer ze geboren worden is de witte vacht van de pups geelgekleurd door het placentavocht.
- ‘Witjas’ - De zoogperiode. De pup verliest zijn gele tint om compleet wit te worden.
- ‘Verfomfaaide jas’ - De pups beginnen te ruien, verliezen hun witte vacht en tonen hun zilvergrijze huid daaronder.
- ‘Klopper’ - Nu compleet zilvergrijs ‘kloppen’ de pups op het water met hun voorste flippers in een poging te leren zwemmen.
- ‘Bedlamer’ (van het Franse bêtes de la mer, zeebeesten) - De jonge pups gaan nu de zee in.
- Volwassen - De mannetjes bereiken volwassenheid op 7-jarige leeftijd, vrouwtjes wanneer ze ongeveer 5 jaar zijn.
Hoe oud worden Zadelrobben?
Zadelrobben leven gemiddeld 25 - 35 jaar.
Hoeveel Zadelrobben leven er?
Op basis van schattingen uit 2015 zijn er ongeveer 4.500.000 volwassen zadelrobben in de wereld.
Hebben Zadelrobben natuurlijke vijanden?
Zadelrobben zijn prooien voor Orka's, haaien en IJsberen. Voor ze leren zwemmen zijn de pups het meest kwetsbaar voor IJsberen.
7 Interessante weetjes over Zadelrobben
- De naam Zadelrobben heeft te maken met de zadelachtige markeringen op hun rug.
- Moeder Zadelrob kan haar pup tussen duizenden anderen herkennen dankzij de geur.
- Zadelrobben die de kudde verlaten worden ‘vagebonden’ genoemd.
- Na het spenen zullen de tanden van een zadelrob-pup niet groeien totdat het zichzelf gaat voeden.
- Zadelrobben spenderen enkel tijd aan land tijdens het paar- en werpseizoen. De rest van het jaar leven ze in het water.
- De jaarlijkse migratie van en naar de paringsgebieden kan tot wel 8000 km lang zijn.
- ‘Pagophilus groenlandicus’ betekent ‘IJsliefhebber uit Groenland’.